10 vragen aan...

Bij Biljartvereniging Castricum spelen ruim 190 leden op regelmatige basis hun spelletje biljart. In deze rubriek zal zo nu en dan één van de spelende leden aan het woord komen. Het gesprek heeft iedere keer als basis 10 dezelfde vragen. 

3 February 2025

Gerard Veldt

De interviewer heeft lang getwijfeld: moet hij Gerard Veldt wel de bekende tien vragen voorleggen? Waarom die twijfel? Gerard en de interviewer zien elkaar bijna dagelijks. Er gaan zelfs geruchten dat ze in het Buurt- en Biljartcentrum aan de Van Speykkade 61 een vaste kampeerplaats hebben. Gerard ontkent dit stellig. Hij slaapt nog altijd thuis, naast zijn Annemiek.

Toen de interviewer zich ooit in Castricum vestigde, was Gerard een van de eerste mensen die hij ontmoette. Het contact verwaterde na de middelbare school. Het bleef beperkt tot wat toevallige ontmoetingen bij Vitesse '22. Toch was er altijd die klik. En nu, jaren later, is het contact weer intensief: de één is penningmeester van de stichting, de ander penningmeester van de BVC. Alsof het nooit anders is geweest. Dat heeft geleid tot een echte vriendschap. Maar een vriend interviewen? Dat is lastig. Kan dat objectief? Na lang wikken en wegen is de knoop doorgehakt: als iemand een nadere kennismaking verdient, dan is het Gerard Veldt wel.

Hij is misschien wel het bekendste lid van onze biljartvereniging. Vrijwel iedereen kent hij bij naam en wekelijks brengt hij vele uren in het centrum door. Niet alleen als penningmeester van de stichting BBC. Nee, vooral als liefhebber van het biljartspel, je kunt hem er ’s nachts voor wakker maken. En als lid van de BVC doet hij altijd een stapje extra:

  • Hij helpt bij de organisatie van toernooien.
  • Leert (nieuwe) leden de fijne kneepjes van het spel.
  • Staat geregeld achter de bar.
  • Coördineert, samen met Cor Hoebe en Dirk Twisk, de vrijdagmiddagcompetitie.
  • Was mede-initiatiefnemer van het lid/familielid-toernooi (voorheen vader/zoon-toernooi).

En dat allemaal naast zijn werk als penningmeester van de stichting. Als je denkt: die heeft genoeg aan zijn hoofd, dan heb je het mis. Gerard is de belichaming van loyaliteit. Wat hij belooft, maakt hij waar. Dat bewees hij al in zijn jarenlange betrokkenheid bij:

  • De vrijwillige brandweer in Castricum.
  • De werkgroep Oud Castricum.
  • Diverse verenigingen en stichtingen, altijd als penningmeester.

Nog steeds is hij actief als penningmeester van de Pancratiuskerk in Castricum en helpt hij wekelijks mensen met hun administratie en financiën. En dan kijkt hij met een schuin oog ook nog mee bij het administratiekantoor dat hij ooit begon en inmiddels door zijn zoon Hans is overgenomen.

Kortom, een duizendpoot, een harde werker, een verenigingsman in hart en nieren. Tijd om Gerard eens beter te leren kennen!  

Kun je kort iets vertellen over jouzelf?

Ik ben Gerard Veldt, geboren en getogen in Castricum. Mijn ouders hadden een gemengd boerenbedrijf met koeien en bollen. Ik ben de jongste uit een gezin van zes en heb een tweelingzus. Grappig detail: toen wij geboren werden, wisten mijn ouders niet eens dat er een tweeling op komst was!

Mijn jeugd speelde zich af aan de Alkmaarderstraatweg, schuin tegenover de kerk – nu bekend als de Dorpsstraat. Thuis moesten we flink meewerken in het bedrijf. Toen de koeien in 1963 plaats moesten maken voor de uitbreiding van Molendijk, werd ik meer ingezet in de bollenteelt op de Zanderij.

Na de MAVO en MEAO begon ik op mijn twintigste bij accountantskantoor Maas aan de Dr. Jacobilaan. Omdat ik in Castricum werkte, heb ik mij ook aangemeld bij de vrijwillige brandweer. Tijdens mijn studie werkte ik in de Clinghe op Duin en Bosch en bij slijterij Paul Nolet, en daar ontmoette ik mijn vrouw Annemieke. Dit jaar zijn we 44 jaar getrouwd. Samen hebben we twee kinderen: dochter Gitta, die in Rotterdam woont, en zoon Hans, die in Castricum is gebleven. Inmiddels zijn we trotse opa en oma van vier kleinkinderen.

Na twee jaar bij Maas maakte ik de overstap naar een administratiekantoor in Amsterdam. De dagelijkse treinreizen, weinig tijd voor de brandweer en wat schimmige praktijken binnen het kantoor gaven de doorslag om terug te keren. Ik solliciteerde bij Duin en Bosch, werd aangenomen op de boekhouding en kwam bij de bedrijfsbrandweer. Daarnaast werd de computer steeds belangrijker, en naast mijn werk als boekhouder groeide ik door naar systeembeheerder.

Op zoek naar nieuwe uitdagingen belandde ik bij het PEN in Bloemendaal, waar ik werkte bij de Accountantsdienst. Na vier reorganisaties en fusies werd ik uiteindelijk controller en hoofd informatiesystemen bij Energie Noord West. Toen het bedrijf fuseerde met NUON, zou ik toetreden tot het management, maar dat liep anders. Ik besloot voor mezelf te beginnen met een administratiekantoor, gewoon op zolder, spannend maar vol vertrouwen.

Met een groeiend klantenbestand en diverse interim klussen werd het een succes. Ik heb het kantoor 27 jaar met veel plezier gerund, en inmiddels heeft mijn zoon Hans het samen met zijn compagnon Marco Brouwer overgenomen. 

Hoe ben jij met het biljartspel in aanraking gekomen?

Mijn vader speelde vroeger in het weekend met zijn broers op de Brakersweg (nu Tulpenveld), waar ze hun eigen biljartzaal hadden. Wij gingen vaak mee en zo kreeg ik het spel met de paplepel ingegoten. Toen ik 18 was, speelde ik regelmatig in café De Landbouw, vaak tegen Nelis Baltus, een van de stamgasten.

In 2012 stopte ik bij de brandweer en kocht ik een kantoor op het Raadhuisplein, pal naast het biljartcentrum van mijn neven, de gebroeders Veldt. Dat was vragen om problemen, want voor ik het wist stond ik er regelmatig aan de tafel, vooral op zaterdagen met mijn drie broers.

Waarom ben je lid geworden van een vereniging en uiteindelijk onze vereniging?

Toen mijn oudste broer overleed, sloot ik me aan bij Het Steegie, dat op donderdagavond speelde. Niet veel later zat ik in het bestuur en kwam ik via Hans Molenaar en Peter Vos in contact met de BBC.

Toen mijn zoon Hans in ons bedrijf stapte, ging ik op donderdagochtend spelen bij de BVO op de Stetweg. Ook daar zat ik al snel in het bestuur en werd ik gevraagd om als participant mee te denken binnen het bestuur van de BBC. De rest is geschiedenis: we hebben nu een sterke vereniging en stichting, en het biljartcentrum Geesterduin is zelfs ons kantoor. Dat het allemaal gelukt is, maakt me trots, al heb ik in het begin wel een paar slapeloze nachten gehad over de financiën. 

Hoe vaak in de week speel jij het spelletje met de drie ballen?

Volgens mijn vrouw veel te vaak. Het komt ook omdat ik geregeld achter de bar sta. Laten we het erop houden dat ik (bijna) dagelijks in het centrum ben, soms zelfs meerdere keren per dag. De verleiding om dan toch ook de keu te pakken kan ik vaak niet weerstaan. Ik speel ook competitie met het BVC 3 team en ik neem deel aan de vrijdagmiddagcompetitie in een team. Teamwedstrijden zijn voor mij een combinatie van goed spelen en gezelligheid.

Wat was jouw beste partij ooit en wat is jouw hoogste serie?

Ik kijk dan naar partijen over 25 beurten want dat spelen we meestal. Mijn hoogste serie 43 caramboles heb ik onlangs gemaakt in een partij tegen Rob de Geest. Mijn beste partij daarentegen is al even geleden, dat was nog in Geesterduin een partij van 135 caramboles (5,4 gemiddeld).  

Hoe vind jij het gaan bij onze vereniging?

Als bestuurslid van de stichting BBC ben ik ontzettend trots op wat we samen hebben neergezet. De inzet van alle vrijwilligers is geweldig. Natuurlijk zijn er altijd dingen die beter kunnen.

Een voorbeeld: ik ben de enige met horecapapieren en de vergunning staat op mijn naam. Dat kan soms onhandig zijn. Ook hebben we nog steeds behoefte aan extra mensen achter de bar. Bij Vitesse werken ze met een rooster, zodat je niet iedere keer aan de beurt bent en kunt ruilen als het niet uitkomt. Misschien een idee voor ons? 

Wat is het leukste of grappigste voorval dat jij bij het biljarten hebt meegemaakt?

Bij het biljartcentrum van de gebroeders Veldt gebeurde het meer dan eens dat een man met een beenprothese klem kwam te zitten tussen de biljartrand en de vloer. Eigenlijk was het natuurlijk niet grappig, maar de situatie zorgde voor de nodige hilariteit. Gelukkig bleef de man er zelf luchtig onder en bedankte hij iedereen voor de hulp, anders had het een héél lang potje kunnen worden.

Ook hilarisch: tijdens een kwartfinale van het familietoernooi kreeg Cees de Wildt een niet te missen bal.  Hij wilde voor zijn zoon een makkelijke carambole achterlaten. Het publiek hield de adem in, dit kon niet misgaan. Maar... te zacht! De bal rolde net niet ver genoeg. Zoon Cees riep met luide stem: " Pa wat ben je aan het doen!". Het publiek was stil van verbijstering, gevolgd door een lachsalvo. Ook de beide Cezen konden hun lachen niet houden.

Wat is jouw grootste ergernis bij het biljarten?

Mensen die alles vanzelfsprekend vinden, die niet netjes met de spullen omgaan, vieze toiletten achterlaten, of meerdere koekjes uit de trommel pakken zonder koffie te bestellen. 

Biljarten is een concentratiesport, maar ik raak zelf snel afgeleid als er iets speelt: iemand is zijn keu kwijt, de kassa hapert, hoe heet die man ook alweer? Dat is mijn eigen valkuil, ik moet leren mijn focus beter vast te houden.  Iedere biljarter heeft er mee te maken maar zelfs bij finales van de toppers is er sprake van rumoer als de ene partij eerder is afgelopen dan de andere. 

Biljarten, in welke spelsoort dan ook, blijft een lastig spel. Wat zijn jouw 3 tips om beter te spelen?

Mijn drie tips zijn:

  1. Eerst goed kijken en een plan maken.
  2. Goed staan dus letten op je houding en leg de focus op de juiste stootbeweging.
  3. Zorg dat de stootbal dichtbij bal drie blijft. Wees blij als de ballen doen wat je in gedachten had, ook al gaat het net mis of achterom. En vooral: niet gefrustreerd raken! 

Hoe we het ook wenden of keren, biljart is een lastig spel. In de ene partij lukt alles en in de andere partij is het brandhout. Ik heb er geen verklaring voor maar vaak spelen helpt wel.

Wat is de spannendste biljartwedstrijd die jij ooit gezien hebt en waarom?

Jan Blom, de vorige kandidaat, heeft deze vraag aan mij voorgelegd. Dat was de onlangs gespeelde finale in de topklasse libre in ons eigen biljartcentrum. Iemand had nog maar twee caramboles nodig om de titel te pakken en iedereen dacht: "Dit kan niet misgaan." Maar het ging tóch mis. Knap was dat de speler hierdoor niet van de leg was want een beurt later maakte hij de partij uit. 

Welke vraag zijn wij vergeten te stellen en moeten we voorleggen aan de volgende kandidaat?

Weet jij een manier om nog meer vrijwilligers te vinden en om nog meer leden te werven?

Gerard